-
1 volmacht
1 [machtiging] power (of attorney), mandate, authority2 [schriftelijk bewijs] warrant, authorization♦voorbeelden:1 volmacht geven/verstrekken/hebben • give/grant/have authoritybij volmacht huwen • marry by proxy -
2 berechten
1 [rechtspreken] try ⇒ court-martial 〈 voor krijgsraad〉, adjudge 〈 voornamelijk in civiele zaken〉, adjudicate 〈 voornamelijk in civiele zaken〉2 [Algemeen Zuid-Nederlands] [laatste sacramenten toedienen] administer the last rites (to someone) -
3 dat zal je gewaarworden!
dat zal je gewaarworden!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat zal je gewaarworden!
-
4 gewaarworden
♦voorbeelden:dat zal je gewaarworden! • 〈 voornamelijk als Algemeen Zuid-Nederlands gebruikelijk〉 you'll soon find out -
5 kuisen
1 [zuiveren van ongepaste uitdrukkingen] expurgate ⇒ censor, 〈pejoratief; voornamelijk met betrekking tot literatuur〉 bowdlerize2 [Algemeen Zuid-Nederlands] [schoonmaken] clean♦voorbeelden:1 gekuiste taal • language that has been censored/cleaned upeen gekuiste versie • an expurgated version -
6 neerleggen
1 [op iets leggen] put/lay/set (down)3 [met iets ophouden] lay/put down4 [doden] down5 [betalen] put/plunk down ⇒ deposit6 [juridisch] deposit♦voorbeelden:1 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 〈 figuurlijk〉 het hoofd erbij neerleggen • resign oneself to something〈 figuurlijk〉 een bevel naast zich neerleggen • disregard/ignore a command3 het commando neerleggen • lay down/relinquish commandhet werk neerleggen • stop work, knock off (work); 〈 gaan staken〉 go on strike; 〈 voornamelijk Brits-Engels〉 down tools5 ik heb tien gulden moeten neerleggen • I had to put/plunk down ten guilders7 voorwaarden in een aantal artikelen neerleggen • set down stipulate conditions in a number of articlesII 〈wederkerend werkwoord; zich neerleggen〉♦voorbeelden:1 zich neerleggen bij de feiten/situatie • reconcile oneself to the facts/situation -
7 papier
1 [beschrijfbaar materiaal] paper2 [vel] (piece/sheet of) paper♦voorbeelden:gelinieerd papier • ruled/lined paperiets aan het (witte) papier toevertrouwen • commit something to paper/writingzijn gedachten op papier zetten • put one's thoughts down on paperop papier klopt het perfect • it adds up/works perfectly on paperop papier zitten er 30 kinderen in de klas • on paper, there are 30 children in the classvan papier spreken • speak from notes3 kort/lang papier • short(-dated/-term)/long(-dated/-term) paper/bondssolide papieren • sound paperszijn papieren rijzen • his stock is risinghet loopt aardig in de papieren • it (soon) mounts uppapier aan toonder • bearer paper4 〈 figuurlijk〉 goede papieren hebben • have good credentials; 〈 veel kans maken〉 stand a good chance
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Английский